Your browser is outdated. Upgrade your browser for better user experience and security

Op 22 april verandert onze hoofdingang en verhuizen heel wat raadplegingen. Lees er hier alles over!

Patiënten

Het voornaamste doel van anesthesie is dat je een operatie kan ondergaan zonder pijn te voelen. Anesthesie betekent  letterlijk “niets-voelen”. Hiervoor zal je anesthesist  je bewusteloos maken of medicatie gebruiken om de zenuwen  te verdoven die pijnprikkels naar je hersenen brengen. 

Lokale verdoving

Bij een lokale verdoving is de gevoelloosheid beperkt tot een bepaald gebied van je lichaam (bijvoorbeeld je hand, arm, voet, één of beide benen).  Dit kan op verschillende manieren:

  • via een plaatselijke inspuiting
  • door één of meerdere zenuwen te verdoven
  • via een ruggenprik (peridurale of spinale inspuiting)

Veel ingrepen kunnen onder plaatselijke verdoving gebeuren, maar heel wat ingrepen zijn enkel mogelijk onder volledige verdoving.

Verkies je lokale verdoving? Vraag dan advies aan je anesthesist. 

Volledige verdoving

Een algehele verdoving maakt je bewusteloos, waardoor je geen herinnering zal hebben aan wat er tijdens de ingreep gebeurt.

Dit type verdoving wordt meestal langs een infuus gegeven.  Na een minuut zou je al onder volledige narcose moeten zijn. Weet dat je tijdens het inspuiten pijn in je arm kan krijgen. Dit is volstrekt normaal en niet schadelijk.

Bij jonge kinderen (<12 jaar) of bij volwassenen waar het niet mogelijk is om een ader aan te prikken, gebruiken we een mengsel van zuurstof en anesthesiegassen die via je ademhaling (in een masker) in je lichaam opgenomen worden. 

Sedatie

Sedatie betekent dat we je zo slaperig maken dat je nog net wekbaar blijft.  We geven dezelfde middelen die we tijdens een algehele verdoving gebruiken, maar in een lagere dosering. Dit doen we bijvoorbeeld bij sommige diagnostische onderzoeken (vb. coloscopie), bepaalde IVF behandelingen, tandextracties of bij zeer korte ingrepen. 

Combinaties

Het is mogelijk 2 vormen van verdoving te combineren. De lokale verdoving heeft hier vooral tot doel dat je na de ingreep minder pijn zal hebben. Zo wordt bijvoorbeeld bij schouderoperaties je schouder plaatselijk verdoofd en krijg je daarnaast nog een lichte algemene verdoving. Bij sommige grote buikoperaties geven we vooraf een ruggenprik. Soms zullen we een katheter ter plaatse laten waar na de operatie een pijnpomp op aangesloten wordt.