Your browser is outdated. Upgrade your browser for better user experience and security

Op 22 april verandert onze hoofdingang en verhuizen heel wat raadplegingen. Lees er hier alles over!

Veelgestelde vragen

Hieronder een greep uit de meestgestelde vragen tijdens een pre-operatief consult.

  • Welke complicaties kunnen er optreden?

    Het voordeel van verdoving is dat je geopereerd kan worden en nadien goed herstelt. Zonder anesthesie is moderne chirurgie onmogelijk. De nadelen en risico’s van een verdoving zijn over het algemeen zeldzaam of van korte duur. Door de moderne apparatuur en geneesmiddelen en de uitgebreide opleiding van de anesthesist is anesthesie tegenwoordig zeer veilig.

    Ondanks alle zorgvuldigheid zijn bepaalde complicaties niet altijd te vermijden. Het risico op complicaties is groter bij oudere mensen, mensen die een chronische aandoening hebben zoals diabetes, verhoogde bloeddruk, hart – of vaatlijden… Roken, overmatig alcoholgebruik en belangrijk overgewicht zullen het risico van de verdoving en de ingreep eveneens verhogen. Het risico van een dringende operatie is groter dan dat van een geplande ingreep. Dat komt doordat je bij een dringende operatie vaak zieker bent, mogelijks vocht hebt verloren en je lichaam meer zal reageren op de effecten van verdoving. Hieronder worden de meest frequente en relevante nevenwerkingen of complicaties kort toegelicht.

    Problemen die normaal zijn of frequent voorkomen (bij 1/10 tot 1/100 patiënten)

    Misselijkheid en braken

    Dit is gedeeltelijk afhankelijk van het type operatie: sommige types geven meer risico op misselijkheid en braken dan andere. Ook de pijnstillers die je tijdens of na de ingreep krijgt, kunnen misselijkheid geven. Als dat nodig is, zal je medicatie krijgen tegen de misselijkheid.

    Keelpijn

    Tijdens een ingreep wordt er buisje in je keel geplaatst dat achteraf gedurende enkele dagen pijn kan veroorzaken. Een zuigtabletje of lichte pijnstiller volstaan hiervoor meestal. 

    Duizelig voelen

    Je bloeddruk kan lager zijn na een ingreep. Als je rechtkomt, kan het voelen alsof je wegdraait. Voldoende rust en extra vocht zullen die bloeddruk herstellen.

    Rillen

    Klappertanden na een ingreep is het gevolg van afkoeling tijdens de ingreep. We houden je warm en geven hiervoor geneesmiddelen als dat nodig is.

    Hoofdpijn

    Heel wat mensen hebben hoofdpijn na een ingreep. Dat kan een gevolg zijn van spanning of van een tekort aan vocht. Deze pijn gaat meestal snel voorbij met eenvoudige pijnstillers. Na een ruggenprik kan je een typische hoofdpijn hebben die verbetert door neer te liggen.

    Heb je last van hevige hoofdpijn na een ruggenprik? Verwittig dan steeds de anesthesist.

    Luchtweg infecties

    Na een ingreep in je buik of borst kan er makkelijker een luchtweginfectie optreden, zeker wanneer je rookt. In zeldzame gevallen moet je hiervoor naar de afdeling intensieve zorgen. 

    Jeuk

    Sommige geneesmiddelen kunnen jeuk geven. Jeuk kan ook een teken van overgevoeligheid (allergie) zijn. 

    Pijnlijke gewrichten en spieren

    Je ligt soms gedurende enkele uren op een vrij harde operatietafel. Nadien kan je hierdoor rug-, spier- en gewrichtspijnen hebben.

    Pijn bij het inspuiten

    Sommige geneesmiddelen kunnen pijn geven bij intraveneuze toediening.

    Blauwe plekken en huidletsels

    Rond de plaats waar we een infuus hebben geprikt, kan er een onderhuidse bloeding ontstaan waardoor je een blauwe plek krijgt.

    Geheugenverlies en verwardheid

    Vooral bij oudere mensen is verwardheid na een operatie frequent. Geheugenstoornissen kunnen in sommige gevallen enkele dagen tot maanden blijven bestaan. De verstoring van het normale dagritme door pijn, minder goed slapen of opname in een vreemde omgeving kunnen soms verwardheid, vermoeidheid en geheugenverlies veroorzaken.

    Plasproblemen

    Na grote en langdurige ingrepen komt het voor dat je je urine niet kan ophouden of dat je problemen hebt om naar het toilet te gaan. Als na onderzoek blijkt dat dit niet snel voorbij zal gaan, plaatsen we een blaassonde. 

    Ademhalingsmoeilijkheden

    Als je na een operatie moeilijkheden ondervindt met ademen, zal een verpleegkundige steeds bij je blijven tot dit over is.

    Troebel of dubbelzien

    Na de operatie kan je soms tijdelijk een troebel zicht hebben of wat dubbel zien. Dit kan gebeuren door de nawerking van de anesthesieproducten of door de oogzalf die we gebruiken om je ogen te beschermen tijdens de ingreep. Dit zal meestal snel en spontaan verdwijnen.

    Weinig frequente problemen (bij 1/1000 tot 1/100.000 patiënten)

    Tandproblemen

    Tanden en kronen kunnen in ongeveer 1/4500 verdovingen beschadigd worden. Gebitschade komt vaker voor wanneer je slechte tanden hebt. Bij personen met een kleine mondopening of een stijve hals is het inbrengen van een tube soms moeilijk en kunnen tanden of lippen gekwetst raken.

    Wakker worden tijdens een ingreep

    Hoewel de anesthesist er alles aan doet om je volledig bewusteloos te houden tijdens de operatie, kan het zeer uitzonderlijk toch gebeuren dat je sommige dingen gehoord of gevoeld hebt. Gebruik je drugs, regelmatig alcohol of zeer veel medicijnen? Moet je een dringende operatie ondergaan of ben je in zeer slechte algemene gezondheidstoestand? Dan heb je hiervoor een iets hoger risico.

    Je anesthesist zal steeds de dosis van de verdovingsproducten aanpassen aan je gewicht, leeftijd, je algemene gezondheidstoestand, de metingen van de anesthesieproducten in de uitgeademde lucht, je hartritme en bloeddruk.

    Als je bij een eerdere ingreep wakker werd, meld je dit best aan je anesthesist!

    Oogletsel

    De buitenste laag van je oog kan gekwetst worden door uitdroging of door voorwerpen die tijdens de ingreep gebruikt worden. Om dit te vermijden zullen we je ogen dichtplakken met een kleefpleister en/of er zalf in doen. Dergelijke letsels kunnen pijnlijk zijn maar genezen na enkele dagen met oogdruppels. 

    Zenuwbeschadiging

    Je kan na een verdoving een gevoelloosheid hebben van sommige zones op je huid. Dit kan gebeuren omdat je lang in dezelfde houding hebt gelegen. Voor bepaalde operaties kan een specifieke onnatuurlijke houding nodig zijn. Na een lokale verdoving kan het gebeuren dat een zenuw geïrriteerd is door de naald of de verdovingsproducten. In de meeste gevallen zal dit volledig herstellen, maar het kan gebeuren dat je gedurende enkele maanden een plek hebt waar je tintelingen of pijn voelt. Zeer uitzonderlijk is er krachtsverlies in het desbetreffende lidmaat.

    Verergering van een vooraf bestaande aandoening

    Wanneer je een beroerte of hartaanval hebt gehad, is de kans dat je opnieuw een hartaanval of beroerte krijgt na een ingreep lichtjes verhoogd. Je astma kan verergeren. Als je suikerziekte hebt, kan je suikerspiegel wat ontregeld geraken.

    Allergie

    Het is zeldzaam dat je op een geneesmiddel een ernstige allergische reactie vertoont. Omdat je continu bewaakt wordt, merken we snel wanneer je allergisch reageert en kunnen we snel handelen.

    Embolie

    Tijdens of na je ingreep kunnen er bloedklonters vormen in je aders. Dit komt omdat je lang niet beweegt. Wanneer die klonter loskomt en verderop de bloedsomloop blokkeert, heb je een embolie. Dit kan gevaarlijk zijn omdat hierdoor de bloedtoevoer naar je longen of je hersenen vermindert.

    Bij ingrepen op grote beenderen (vooral bij heupoperaties) kunnen er ook vetpartikels vrijkomen en meegevoerd worden met de bloedbaan. We spreken dan van een vetembolie.

    Uitzonderlijk kan ook lucht aangezogen worden in een bloedvat tijdens een operatie. We spreken dan van een luchtembolie.

    Embolieën kunnen onder meer aanleiding geven tot hartritmestoornissen, lage bloeddruk, kortademigheid, verminderd bewustzijn en tekens van beroerte. Zware embolieën komen gelukkig zelden voor, maar kunnen potentieel levensgevaarlijk zijn. Om de kans op een embolie te verminderen zal je behandelend chirurg in functie van het soort operatie je eventueel bloedverdunners laten toedienen.

    Zeer zeldzame problemen (minder dan 1/100.000)

    Overlijden

    Het is uiterst zeldzaam dat iemand sterft door de verdoving. Het risico hiervoor kan je inschatten op ongeveer 1/100.000 tot 1/200.000 operaties. Het is risico is zelfs nog lager als je komt voor een geplande ingreep in het daghospitaal.

    Volgende factoren verhogen het risico op overlijden:

    • Hoge leeftijd of kinderen < 1 jaar
    • Spoedoperaties of grote ingrepen op hart, longen, grote bloedvaten of darmen
    • Ernstige gezondheidsproblemen zoals hart, long, leverlijden, diabetes met insulinetherapie, uitgebreide kanker

    Blindheid

    Uiterst zelden kan blindheid ontstaan na een ingreep. Grote rugoperaties waardoor je langdurig op je buik moet liggen en uitgebreide operaties in de nek hebben een iets hoger risico hiervoor. Mogelijke oorzaken kunnen zijn: lage bloeddruk, druk op de oogbol of klontertjes die zich vastzetten in het netvlies.

    Ruggenmergletsel

    Het is heel zeldzaam dat je ruggenmerg tijdens een peridurale of spinale verdoving beschadigd wordt. Als je bloedverdunners neemt, is het belangrijk dit te melden, zij kunnen het risico hierop namelijk vergroten. Ook na een algemene narcose is zeer zeldzaam een ruggenmergletsel geconstateerd. 

    Afdrukken
  • Hoe lang moet ik nuchter zijn?

    Alle informatie vind je hier.

    Afdrukken
  • Mag ik mijn medicatie innemen de dag van de ingreep?

    Ja, je moet je normale medicatie innemen de dag van de ingreep met een beetje water.
    Bloedverdunners moet je meestal niet meer nemen, bespreek dit met je arts. 
    Let op: medicatie voor suikerziekte mag niet meer genomen worden de dag van de ingreep. 

    Afdrukken
  • Zie ik de anesthesist voorafgaand aan de operatie?

    Je kan steeds vooraf op consultatie komen bij de anesthesist. Een afspraak maken kan via het nummer 016 20 92 09. In elk geval kan je ook nog vragen stellen aan de anesthesist vlak voor de ingreep.

    Afdrukken
  • Moet er onderzoeken gebeuren voorafgaand aan de narcose?

    Dit hangt af van het soort operatie, je leeftijd en je gezondheidstoestand. Je arts zal dit sowieso aangeven indien nodig. Voor personen onder de 50 jaar dienen vaak geen onderzoeken te gebeuren. 

    Afdrukken
  • Zal ik nog wel terug wakker worden?

    De kans dat je niet meer ontwaakt na een narcose is uitermate klein. Dankzij de moderne apparatuur, de opleiding van de anesthesist en de moderne geneesmiddelen is anesthesie vandaag bijzonder veilig. Als patiënten al overlijden tijdens een operatie dan is dat meestal het gevolg van de ingreep zelf of van de achterliggende gezondheidsproblemen en heeft het helemaal niets met de narcose te maken.

    Afdrukken
  • Wanneer zal ik terug wakker zijn na de operatie?

    Dat hangt af van de duur van de operatie. Hoe langer de operatie duurt, hoe langer ook het ontwaken zal duren. Je blijft na de ingreep op de ontwaakzaal, waar je nauwgezet wordt opgevolgd, tot je voldoende wakker bent om naar de kamer te gaan. 

    Afdrukken
  • Mag ik onder narcose als ik zwanger ben?

    Ja, dat mag. De producten die we gebruiken zijn veilig voor jou en je baby. Het is wel belangrijk dat je dit meldt omdat we dan sommige soorten medicatie zullen vermijden.

    Omdat geen enkele chirurgische ingreep volledig zonder risico is, worden niet-dringende operaties best uitgesteld tot na de zwangerschap.

    Afdrukken
  • Mag ik borstvoeding geven als ik onder verdoving geweest ben?

    Ja, je hoeft je borstvoeding niet te onderbreken. De minimale hoeveelheid anesthesieproducten die in de melk kunnen terechtkomen vormen geen gevaar voor je baby.  

    Afdrukken
  • Mag ik met de wagen rijden?

    Neen, de eerste 24 uur na een narcose mag je geen voertuigen besturen. 

    Afdrukken

Downloads