Ingesloten hoektand
Hoektanden vormen de afscheiding tussen de snijtanden en de kiezen, zowel in de boven- als in de onderkaak. Ze hebben een belangrijke functie voor het gebit en de ontwikkeling. Bovendien ondersteunt de hoektand in de bovenkaak de lip en is hij daardoor bepalend voor het aanzicht van de mond en de lach. Hoektanden breken doorgaans spontaan door rond het elfde levensjaar.
Als een hoektand niet spontaan doorbreekt, kan de tandarts of orthodontist met behulp van een röntgenfoto en CT-scan vaststellen waar die hoektand zich bevindt in de kaak. Afhankelijk van de locatie en de reden waarom hij niet doorkomt, kan bepaald worden welke ingreep noodzakelijk is.
Mogelijks belet de melkhoektand de spontane doorbraak van de definitieve hoektand. Dan volstaat het deze te verwijderen zodat de definitieve hoektand vervolgens binnen een half jaar tot een jaar kan doorbreken.
Als er onvoldoende ruimte is voor de hoektand in de tandenboog, zal er eerst plaats gemaakt worden door het aanbrengen van blokjes op de tanden. Vervolgens kan via een operatieve ingreep de hoektand vrij gelegd worden. De kaakchirurg kan een slotje of een metalen draadje aan de hoektand bevestigen zodat hieraan door de orthodontist langzaam “getrokken” kan worden (gesloten eruptie).
Een andere behandeling kan zijn dat de kaakchirurg de nog niet doorgebroken hoektand permanent vrij legt met behulp van een venstertje (open eruptie). Opdat het tandvlees niet onmiddellijk over de tand heen zou groeien, wordt gedurende een 5-tal dagen een wondverband ter plaatse gelaten.